Wonterwijs.

Het zonlicht weerkaatste van de overweglichten op de zijgevel van het hoekhuis ernaast, waar vroeger het wachthuisje voor de overwegwachtster stond. Ik liet de spoorweg achter mij en wandelde verder de dorpsstraat van Wontergem in.
Dit is mijn geboortedorp, waar ik tot aan mijn vijf jaar heb gewoond. Mijn geboortehuis staat er al lang niet meer. Eerlijk gezegd is het er momenteel een beetje “een dooie boel”. Winkels zijn er in het dorpscentrum niet meer te vinden. Geen bakker, geen slagerij, geen kruidenier, geen enkele herberg.

Wat verder kwam ik voorbij de “oude melkerij”. Ooit was dit de florerende zuivelfabriek “Sint-Macharius”, een melkverwerkend bedrijf dat in de jaren dertig werd gebouwd. Maar nu staat dit gebouw er al jaren verlaten en vervallen bij.

De melkerij Sint-Macharius in betere tijden

De melkerij was van 1930 tot aan de sluiting in 1993 in handen van de familie De Wulf, ook na de aansluiting bij de zuivelcoöperatie Comelco.
In 1950 werd er een nieuwer gedeelte aangebouwd dat werd ingericht en gebruikt als kaasfabriek. Geheel rechts staat het herenhuis, dat reeds zou dateren uit de 19e eeuw en diende als woonst voor de familie De Wulf. Ook dat huis staat er nu verlaten en vervallen bij.
Naar verluid zouden al deze gebouwen binnenkort worden afgebroken, waardoor alweer een stukje onroerend erfgoed in de Leiestreek voorgoed verloren gaat.

Ik wandelde verder tot aan de Sint-Agneskerk.

Voor de kerk staat een monument ter ere van mijn moeder’s oom (mijn grootoom dus) Lucien Buysse. Blijkbaar is men in dit dorp nog steeds trots op hun beroemdste inwoner ooit, die als Flandrien heel wat wielerwedstrijden won, waaronder in 1926 de Ronde van Frankrijk.
Hij was de echtgenoot van de zus van mijn grootmoeder. Als kind heb ik de man nog gekend toen hij reeds op oudere leeftijd was. Hij heeft me ooit getrakteerd met de allereerste cola die ik in mijn leven heb gedronken.

Een beetje verder staat nog een ander monument. Een monument met een molensteen. Deze molensteen is wat nog rest van een stellingmolen gebouwd in 1855. Door een brand in 1892 ging het wiekenkruis verloren. Daarna werd de molenromp nog een tijd gebruikt als stoommaalderij, maar uiteindelijk in 1917 gesloopt.
De foto bij het monument is de enige bestaande foto van de molen, die op dat moment zijn wieken al verloren had. Alle huizen die op die oude foto staan zijn inmiddels reeds lang verdwenen.

Recht tegenover de kerk staat het gemeenteschooltje. Héél lang geleden, toen de dieren nog spraken, heb ik in dit schooltje mijn eerste en tweede kleuterklasje doorlopen. Tegenwoordig luistert dit schooltje naar de naam “Wonterwijs”.
Dat is wat ik later ook ben geworden : “wonterwijs”. 😉

Wat verder in een verloren hoek achter de kerk staat dit bouwvallig huisje. Dit huisje staat hier al heel lang en lijkt tot mijn verbazing nog steeds bewoond.

Tja, Wontergem is niet meer wat het geweest is. Rondom het dorp heb je heel wat mooie residentiele woonwijken, maar deze dorpskern lijkt wel wat in de vergeethoek te zijn geraakt. Misschien is het hoog tijd dat er hier een nieuwe, frisse wind waait, zodat het dorp de gezelligheid dat het vroeger wel degelijk had, terug kan krijgen.

In een piepklein stationnetje…

2021 is door de Europese Unie uitgeroepen tot het Europees jaar van het spoor. Dat bracht de plaatselijke erfgoed- en heemkundige kringen uit onze streek op een idee.
De stad Deinze telt 17 deelgemeenten en had vroeger ongeveer evenveel treinstations. Veel van die stations zijn in de loop der tijden helaas verdwenen. Nu heeft men een fietsroute uitgestippeld langsheen al deze verdwenen stationsgebouwen en telkens op die plaatsen infoborden geplaatst met oude foto’s en met wat meer uitleg over deze treinstations van weleer. Zoals bijvoorbeeld over het oorspronkelijk station van Deinze dat in 1918 door Duitse bommen werd platgegooid. Het origineel station van Deinze is onder meer te zien op deze oude postkaart uit 1913 (collectie Mudel).

Het probleem was dat men bij sommige van die stations niet over oude foto’s beschikte. Bijvoorbeeld over het piepkleine stationnetje van Wontergem.
Wontergem is een ietwat afgelegen Leiedorp waar eigenlijk alleen maar een treinhalte was met een klein wachthuisje voor de overwegwachtster (in de volksmond ook wel “bareeldraaister” genoemd). Daarvan had men geen enkele foto. Zelfs niet in het rijke archief van het Museum van Deinze.

Het toeval wil dat Wontergem mijn geboortedorp is, waar ik tot mijn vijf jaar heb gewoond en waar ook mijn moeder geboren en getogen was. Het toeval wil ook dat mijn moeder tijdens haar jeugdige jaren nog overwegwachtster is geweest aan de spoorweg in Wontergem. In die tijd waren er nog geen slagbomen en wanneer er een trein afkwam werd de spoorweg afgesloten door middel van een op rails lopende afsluiting of “bareel”, die men door manueel aan een wiel te draaien kon open of dicht schuiven.
Op deze foto zien jullie mijn moeder als overwegwachtster in 1944. Ze was toen 17.

Ik heb op zolder een doos waarin enkele foto’s steken van mijn moeder als jonge overwegwachtster. Dat had ik op een keer verteld aan de collega’s in het museum. Iemand van de cultuurdienst van Deinze had daarvan gehoord en enkele weken later kreeg ik telefoon van die persoon met de vraag of zij eventueel mijn privé-foto’s mocht gebruiken voor het infobord langs de fietsroute in Wontergem en ook voor publicatie in de bijhorende brochure.
Natuurlijk mocht dat en dus stuurde ik de foto’s door. Ik stuurde onder meer deze winterse foto waarop ook mijn grootvader op de voorgrond staat. Mijn grootvader deed toen geregeld vrijwilligerswerk voor de spoorweg en was daar de sporen sneeuwvrij aan het maken, terwijl mijn moeder met sneeuwballen naar haar vader aan het gooien was. Foei !
Wie de man is die op de achtergrond neergehurkt zit aan het wachthuisje weet ik niet. Misschien was dat een vroege aanbidder van mijn moeder ?

Vorige week ben ik een kijkje gaan nemen in Wontergem. Het was een eeuwigheid geleden dat ik daar nog was geweest.
Het wachthuisje aan de spoorweg stond recht tegenover het geklasseerde huis van Lucien Buysse, een Flandrien die in 1926 de Ronde van Frankrijk heeft gewonnen en die een oom was van mijn moeder.

Het wachthuisje staat er natuurlijk niet meer. Het infobord dat er nu staat valt een beetje tegen. Het is aan een nadarafsluiting bevestigd en is eerder klein en onopvallend. Hopelijk komt er later een groter infopaneel dat op ooghoogte zal worden bevestigd ?
Niettemin zijn mijn moeder en mijn grootvader dankzij dit infobord langs de fietsroute en de bijhorende brochure, weer een klein beetje meer vereeuwigd.

Volgende keer wandelen we nog wat verder in Wontergem.