De Merelinde.

De Merelinde was een oude, dikke lindeboom. Tot omstreeks 1940 stond hij langs de velden ergens op de grens tussen de gemeenten Vosselare en Bachte-Maria-Leerne.
Aan de voet zou de boom een omtrek hebben gehad van 13,4 meter. Hij had enorme takken, maar de stam was hol vanbinnen. Er wordt verteld dat in de holte van de boom acht mensen konden kaart spelen.

De linde behoorde tot het domein van het kasteel van Vosselare of het Hof ter Mere. De boom zou uit de 13e eeuw hebben gedateerd, al is dat nooit wetenschappelijk bewezen, maar hij was in elk geval zeer oud en gigantisch groot. Mogelijk werd hij ooit gebruikt als gerechtslinde. Een boom onder wiens schaduw recht werd gesproken en vonnissen geveld.

De linde werd omstreeks 1940 geveld door een storm. De foto’s bij dit logje, uit het archief van het Mudel, dateren van 1940 en tonen de boom op een ogenblik dat hij reeds flink gehavend was.
Na de oorlog werd op dezelfde plaats een andere linde geplant.


In de middeleeuwen zou ooit een schoenmaker in de boom hebben gewoond. En ook een heks had er haar huisje in geïnstalleerd. De heks zou later, nabij de boom, levend zijn verbrand.


Maar misschien doolt die enge heks daar nog steeds rond ?…
Het is alvast een plek die men komende zondagavond maar beter kan vermijden. :-/

De heemkundige kring “Het land van Nevele” publiceerde in 2000 in hun tijdschrift een artikel over de geschiedenis van de Meirelinde, dat je via deze link in een pdf-bestand kan bekijken.

Heen en weer met de Bathio. (1/3)

Om mijn conditie een beetje op peil te houden was ik een tijdje geleden op wandel langs de oude meanders van de Leie, tussen Astene en Bachte-Maria-Leerne.

Ik had Astene Sas achter mij gelaten en bevond mij op het grondgebied van Vosselare, één van de 17 deelgemeenten van de stad Deinze. Ik stapte flink door langs de mooie wandelwegen die onze streek rijk is.

Ik liep in de richting van Vosselareput, een afgebakend deel van een oude Leiearm dat reeds sinds mensenheugenis dienst doet als openluchtzwembad. Dat er heel wat plannen zijn om van deze omgeving een toeristische topper te maken bewees dit infobord dat ik onderweg tegenkwam.

De zwempoel lag verborgen achte hoge hagen en aangezien ik niet van zwemmen hou wandelde ik er gezwind voorbij. Ik volgde het bordje met de pijl en het bootje. Dit bord wees de richting aan naar het veerpont over de Leie.

De overzetplaats aan de Leie zat een beetje verborgen achter het riet.

Maar uiteindelijk kwam ik bij het veerpont dat de naam “Bathio” meekreeg. Men heeft dit veerpont zo genoemd naar de oude Germaanse benaming voor de gemeente Bachte-Maria-Leerne. In de Sint-Pietersabdij van Gent zijn oude documenten gevonden uit het jaar 820, waarin de naam Bathio reeds wordt vermeld.

Iemand had van thuis uit z’n eigen “veerplank” meegenomen om er de Leie mee over te steken.

Maar zij die denken hier een veerboot aan te treffen, komen bedrogen uit. Bathio is een trekveer, met zelfbediening. Gelukkig is het anders dan het veer in Machelen-aan-de-Leie. Hier hoef je niet aan de touwen te trekken. De dubbele touwen waarmee men het pont heen en weer kan trekken, zijn hier verbonden met een wiel. Je hoeft dus enkel maar aan het wiel te draaien.
Het ponton lag natuurlijk aangemeerd aan de overkant (zal je altijd zien), dus moest ik het eerst naar deze kant draaien. Ik aarzelde eerst even. Pfff… dat leek me een lastige karwei te worden. Dat ponton woog waarschijnlijk minstens een halve ton. Als conditietraining zou het wel kunnen tellen. Aangezien ik hier moederziel alleen was (de surfer was inmiddels verdwenen), was er niemand die mij tijdens het draaien een keertje kon aflossen. Ik voelde mijn rug nu al zeer doen.
Maar wij mannen van de Leiestreek zijn geen doetjes natuurlijk. Ik zou dat varkentje meteen een keertje gaan wassen.

(wordt vervolgd)