Shoot.

Vorige week was ik uitgenodigd op de officiële opening van de tentoonstelling “Shoot” in het Mudel en dat was voor mij vooral een blij weerzien met de vrienden en collega’s, die ik al zes maanden heb moeten missen doordat ik mijn vrijwillerswerk tijdelijk heb moeten stopzetten door de ziekte van mijn echtgenote. Het heeft mijn verlangen om terug aan de slag te gaan, alleen maar aangewakkerd.

Komende zomer, in de maand augustus, komen alle schuttersverenigingen van Europa naar onze stad Deinze voor het driejaarlijks schutterstreffen.
Naar aanleiding daarvan organiseert het Museum van Deinze en de Leiestreek een interessante tentoonstelling omtrent het schutterswezen als cultureel erfgoed.

Schuttersgilden ontstonden op het einde van de 13e eeuw in de grotere steden van het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant. Aanvankelijk was het hun voornaamste taak om de stad te beschermen tegen externe aanvallen en de orde, rust en veiligheid van de inwoners te vrijwaren. In de 15e eeuw verdween het militair belang van de gilden en evolueerden deze naar sociale genootschappen, waarbij de nadruk kwam te liggen op het recreatieve en sportieve aspect. Regelmatig werden daarbij ook prijsschietingen georganiseerd.
Net zoals alle gilden, hadden ook de schuttersgilden een patroonheilige. Bij de handboogschutters was dat doorgaans Sint-Sebastiaan, terwijl de kruisboogschutters meestal opteerden voor Sint-Joris.
In onze stad zijn nog steeds vijf schuttersverenigingen actief, waarvan de oorsprong van de oudste vereniging teruggaat tot 1428.

Voor deze tentoonstelling ontleende het Mudel bij het S.T.A.M. in Gent dit groot schilderij van een onbekende meester uit de 17e eeuw. Het schilderij toont een tafereel in Gent in 1612, toen Aartshertogin Isabella daar deelnam aan de koningsschieting van het Sint-Jorisgilde, omringd door haar hofhouding en een enthousiaste menigte. (klik op de afbeelding om te vergroten)

“Shoot” behandelt de geschiedenis van het schutterswezen en stelt heel wat waardevol schutterserfgoed tentoon. Daarnaast worden enkele linken gelegd naar belangrijke kunstenaars in de Leiestreek die zelf actief waren als schutter, zoals Gustave De Smet en Constant Permeke.
De tentoonstelling loopt nog tot 25 september. Over mijn bezoek aan het Mudel vertel ik later nog iets meer.

Hierboven een zeer oude foto uit 1879, genomen in Deinze bij een prijsschieting van de handboogschuttersgilde Sint-Sebastiaan.
(Collectie Mudel)

Photoshop avant la lettre.

In het fotoarchief van het Museum van Deinze en de Leiestreek, waar ik als vrijwilliger werk, bevindt zich ook een collectie oude post- en prentkaarten uit de Leiestreek.
Ruim honderd jaar geleden waren postkaarten enorm populair. Er waren duizenden postkaarten in omloop over de meest uiteenlopende onderwerpen. Voor zowat elke gelegenheid, of gewoon zomaar om contact te houden of een boodschap over te brengen, werd een kaartje gestuurd. Postkaarten waren de sociale media van die tijd. Voor heemkundigen zijn ze nu van onschatbare waarde als bron van informatie.

Bij het archiveren van de postkaartencollectie van het museum, stuit ik soms op merkwaardige zaken.
Zo werden afdrukken van foto’s aan het begin van de vorige eeuw vaak ingekleurd, omdat kleurenfotografie uiteraard nog niet bestond. Bij het inkleuren liet men al eens de fantasie de vrije loop.
Zoals bij deze twee postkaarten, die op het eerste zicht totaal verschillend lijken. Maar bij nader toezien blijkt het twee keer om dezelfde foto te gaan. Van de ene postkaart heeft men een mooi ingekleurd tafereel gemaakt.

Bij de andere postkaart heeft men van dezelfde foto op “artistieke wijze” een nachteffect proberen te bekomen.


In die tijd werd het wel vaker gedaan, op kunstmatige wijze een nachtopname gecreëerd bij de afdruk van een foto. Het was een soort van “photoshop avant la lettre”. Een postkaart van de Markt van Deinze, bijvoorbeeld, heeft men zodanig bijgewerkt om een donkere nacht te suggereren, dat men er zelfs de lichtstralen van de fietslantaarns heeft bijgetekend. Ook het maantje en de wolken werden er bij geschilderd. De originele foto is amper nog te herkennen.

(Klik op de afbeeldingen om te vergroten)

De techniek om van een zwart-wit-negatief een kleurenafdruk te maken noemde men fotochromie. Hierbij werd gebruikgemaakt van vier tot soms meer dan tien beelddragers, één voor elke kleur die men gebruikte.
Het te drukken gedeelte van het beeld werd per kleur fotografisch uitgefilterd en vervolgens op de beelddrager (= een gravure-plaat ofwel een lithografie steen) overgebracht. De kleurenafdruk werd bekomen door op hetzelfde blad papier achtereenvolgens een afdruk te maken van alle uitgefilterde beelden, telkens met een andere inktkleur.

Ballonfeest 1939.

Na een korte vakantie ben ik weer twee dagen per week aan het werk in het Museum van Deinze en de Leiestreek (Mudel). In die 5½ jaar dat ik daar bezig ben, heb ik al een paar duizend foto’s gedigitaliseerd, gearchiveerd en er opzoekingen voor gedaan. Ik ben intussen de tel kwijt geraakt.

Onlangs stuitte ik op een reeks foto’s die werden genomen op 19 augustus 1939, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog dus. Toen werd er al een soort ballonfeest georganiseerd in onze stad. De ballonvaart werd aangeboden door de toenmalige Kunst & Ouheidkundige kring van Deinze.
In tegenstelling met de AVS balloonmeeting, die twee weken geleden in onze stad doorging, was er in 1939 maar één enkele ballon, maar ook daar kwam heel wat volk op af. Wellicht hadden de meeste mensen van toen nog nooit een luchtballon gezien. De ballon steeg op vanaf de Markt in Deinze. Waarschijnlijk was het een ballon die gevuld was met heliumgas (warme luchtballonnen gingen pas in de jaren zeventig voor het eerst de lucht in).
In de ballonmand zaten op die 19de augustus drie mensen : een piloot (R. Wallaert) en twee passagiers (G.Van Quickenborne en J.B. Mestdagh).

De foto’s die toen genomen werden, worden bewaard in het archief van het Mudel en staan ook op de website van erfgoedinzicht. Het zijn unieke tijdsdocumenten voor onze stad, waarvan ik er enkele even geleend heb voor dit postje.

De ballon landde op 19 augustus 1939 ergens op een aardappelveld in Bavikhove. Ook daar kwam toen heel wat volk op af.

Update n.a.v. de reacties
Aan het einde van de 18de eeuw werd een voorloper van de warme luchtballon ontwikkeld door de gebroeders Montgolfier. Maar deze stond technisch niet op punt en bleef lange tijd in een experimentele fase zitten. Het was de schot Don Cameron die pas in de jaren zeventig de warme luchtballon perfectioneerde. Vanaf dan kwamen ook de commerciële vaarten met warme luchtballonen op dreef.

Making my past.

Intussen ben ik al ruim een maand aan de slag als vrijwilliger in het Museum van Deinze en de Leiestreek en heb ik me weer helemaal verdiept in het fotografisch verleden van de Leiestreek.
In de zalen beneden loopt momenteel een tentoonstelling onder de titel “Making my past” van kunstenaar Michel Buylen.

Michel Buylen (°1953, Gent) is een kunstschilder die verbaast door zijn verbluffende virtuositeit. Eeuwenoude onderwerpen zoals het naakt, het kind, het landschap en de zee brengt hij met behulp van acryl tot leven. Bij elk werk toont hij op hyperrealistische wijze een sublieme, ietwat afstandelijke en bevreemende werkelijkheid.

Michel Buylen schildert vooral natuurlandschappen, bloemen en vrouwelijke naakten. Dat zijn ook de drie mooiste scheppingen op aarde. 🙂
De afbeeldingen hieronder lijken foto’s, maar het zijn wel degelijk schilderijen of tekeningen.

© Michel Buylen en Mudel

De hierboven afgebeelde werken van Michel Buylen fotografeerde ik in de zaal met mijn gsm. Door lichtweerkaatsingen zijn de afbeeldingen niet altijd even goed van kwaliteit. In het echt zijn de schilderijen mooier.

De expositie van Michel Buylen loopt nog in het Mudel tot 12 september en kan iedere dag, behalve op maandag, worden bezocht mits reservatie.
Voor meer info kan je klikken op onderstaande afbeelding.

De schildersklas van Raveel.

Het was alweer een hele tijd geleden dat ik er geweest was. Hoog tijd dus om het Mudel, het museum in Deinze, nog eens met een bezoekje te vereren. Vorige vrijdag stapte ik er goedgemutst naartoe.
Het was opnieuw een blij weerzien met de medewerkers van het museum. Het voelt er voor mij altijd een beetje als thuiskomen. Ik kreeg meteen ook een rondleiding aangeboden door de nieuwste tentoonstelling in het museum.

Er is dit jaar heel wat te doen naar aanleiding van de 100ste verjaardag van kunstenaar Roger Raveel (°1921 / +2013). Het grootste evenement heeft plaats in “Bozar“, het Paleis voor Schone Kunsten, in Brussel. Daar loopt nog tot 21 juli een retrospectieve rond de kunstenaar uit de Leiestreek.
In zijn geboortedorp Machelen-aan-de-Leie staat er ook een en ander op stapel en dus kon het museum in Deinze niet achterblijven.
De tentoonstelling in het Mudel gaat dieper in op de langdurige band die Raveel had met de stad Deinze. Bij de inkom staat een uitvergrote klasfoto van toen Roger Raveel zelf nog een leerling was aan de tekenacademie.

Maar Roger Raveel was van 1960 tot 1973 leerkracht aan de Stedelijke Academie van Deinze, waar hij voor vele kunstenaars in spe een inspiratie- en rolmodel was.
De tentoonstelling in het Mudel focust vooral op de werken van de leerlingen van Raveel. Dat zij door hun meester sterk waren beïnvloed is duidelijk te merken. Bijvoorbeeld op deze muurschildering die Raveel samen met zijn leerlingen maakte in 1972. Het grote schilderij was in de academie achter een andere muur terecht gekomen en zo in de vergetelheid geraakt. Het werd pas onlangs herontdekt en de hele muurschildering werd voor de gelegenheid overgebracht naar het museum.

Andere werken van de leerlingen van Raveel zaten reeds jaren lang opgeborgen in het reservedepot van het museum en zijn voor deze tentoonstelling weer tevoorschijn gehaald.

Maar er wordt ook aandacht besteedt aan het werk van de meester zelf, waarbij vooral de beginjaren van Raveel als kunstenaar aan bod komen.

De tentoonstelling in het Mudel is nog tot 6 juni iedere dag te bezoeken (behalve op maandag). Op voorhand reserveren is in deze corona-tijden nog steeds verplicht.
Voor meer info kunnen jullie hieronder klikken op de affiche.

Het was met pijn in het hart dat ik vorige vrijdag het museum verliet. Als dat ellendig virus maar eens gauw wou ophoepelen, zodat ik er weer als vrijwilliger aan de slag kan.

TIP : Op zondag 28 maart wordt op de tv-zender Canvas om 20u.10 een documentaire uitgezonden over Roger Raveel .

De Leie op het canvas.

Twee weken geleden ben ik na meer dan drie maanden nog eens in het museum van Deinze (mudel) geweest. Het was opnieuw een superblij weerzien met de collegaatjes. Elkaar een knuffel geven mocht niet natuurlijk, een beetje bijpraten vanop veilige afstand met mondmasker, kon nog wel.
Ik was er gewoon op bezoek, want echt terugkeren naar het museum om vrijwilligerswerk te doen zit er nog niet in. Daar steekt dat rotvirus nog steeds een stokje voor.
Ik maakte van de gelegenheid gebruik om een rondwandelingetje te doen in het museum. Daar loopt momenteel een tentoonstelling met werken uit de eigen vaste collectie van het museum, met de Leie als thema. Deze keer ligt de klemtoon op de rivier zelf en op het dorpsleven aan de Leie. Een thema dat vaak, in verschillende stijlen, op het canvas werd vereeuwigd.

Binnenkort opent in het museum een nieuwe tentoonstelling ter gelegenheid van de 100 ste verjaardag van Roger Raveel.