Een dorp ten voeten uit. (7/8)

We waren nog steeds de wandelzoektocht aan het doen in het Leiedorp Machelen. Het routeplan had ons naar de rand van het dorp gebracht. Op het kruispunt van de Molenkouterstraat met de Donkerstraat staat een kapelletje waar een geschiedenis aan verbonden is.
Dit kapelletje werd gebouwd in 1876. Het maakte toen deel uit van de molenaarswoning met daarbij behorend een houten staakmolen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog haalden de Duitse bezetters het in hun hoofd om hier een vliegveld aan te leggen. Daarvoor moesten de houten staakmolen en molenaarswoning verdwijnen. Alles werd met de grond gelijk gemaakt, alleen het kapelletje bleef gespaard.
Van het vliegveld is, voor zover ik weet, uiteindelijk niet veel terecht gekomen. Daar is in elk geval geen spoor meer van terug te vinden. Maar het kapelletje is gebleven en werd in 2014 helemaal gerestaureerd.

Het deurtje van het kapelletje stond open, dus kon ik het niet laten om even binnen te piepen.

Het laatste gedeelte van de wandelzoektocht was in afstand ook het langste gedeelte. De organisatoren hadden ervoor gezorgd dat wij nog eens flink de benen konden strekken.
Aanvankelijk leidde dit laatste stuk voornamelijk door de woonwijken aan de rand van het dorp.

Maar uiteindelijk kwamen we op de boerenbuiten terecht.

De route kwam uit bij de spoorwegbedding. Treinen denderen hier tussen Gent en Kortrijk voorbij.

En zo kwamen we bij de overweg aan de herberg “De Avonden”. Dit café werd zo genoemd naar de bekendste roman van Gerard Reve.
Gerard Reve was een belangrijk Nederlandse schrijver uit Amsterdam, die na een aantal omzwervingen door Frankrijk, in 1993 hier in Machelen neerstreek, samen met zijn levenspartner Joop Schafthuizen, en hier ook bleef wonen tot aan zijn dood in 2006.

Maar behalve de titel van het boek, heeft het café verder niet veel met Gerard Reve te maken. Toch heeft ook deze herberg een bijzondere geschiedenis. Het café is ondergebracht in het vroegere stationsgebouw van Machelen.
Op 20 augustus 1917, stipt om 9 uur ’s ochtends, stapte hier niemand minder dan de Duitse keizer Wilhelm II van de trein. Er zijn toen een aantal foto’s genomen die dat bewijzen. De keizer werd in Machelen verwelkomt door Friedrich Sixt von Armin, opperbevelhebber van het Duitse 4e leger.
Enkele maanden later, op 23 december 1917, kwam de Duitse keizer nog een tweede keer op bezoek in Machelen en schouwde er toen zelfs de troepen.

Herberg “De Avonden” mag dus een historische plaats genoemd worden. Aan het café sloegen wij de hoek om en wandelden we de Posthoornstraat in, die ons terug naar het dorpscentrum zou leiden.

Wat verder, in huis nummer elf, dat een beetje achteruit verscholen staat tussen bomen en sparren en een ietwat verwilderde voortuin, woonde Gerard Reve. Hij leidde hier, samen met Joop Schafthuizen, een teruggetrokken bestaan. Gerard Reve schreef in zijn boeken onverbloemd over de homoseksuele liefde en in het dorp werd gefluisterd dat er in dit huis buitensporige dingen gebeurden.

(wordt vervolgd)

Een dorp ten voeten uit. (6/8)

Op onze wandelzoektocht door het dorp Machelen waren mijn vrouw bij het Roger Raveelmuseum aangekomen. Omdat dit museum deel uitmaakt van de biënnale van de schilderkunst, die deze zomer in de Leiestreek wordt georganiseerd, gingen we binnen eens een kijkje nemen.
De benedenverdieping van het museum is volledig aan het thema van de biënnale gewijd (binnenskamers), terwijl op de bovenverdieping de vaste collectie te zien is met vooral werken van de grootmeester zelf.
Nu moet ik eerlijk bekennen dat het werk van Roger Raveel, niettegenstaande zijn wereldwijde faam, nooit echt mijn ding is geweest. Maar wie ben ik, om daarover te oordelen ?

Voor we het museum verlieten gingen we eerst nog even een kijkje nemen in de achtertuin van het museum.

Een half uurtje later stonden we opnieuw aan de buitenkant van het moderne gebouw, dat aan de binnenkant een heel bijzondere architectuur heeft en aan de buitenkant fel contrasteert met de kapel van het oude klooster dat er recht tegenover staat.

Vandaar wandelden we naar het pleintje naast de Kloosterstraat, waar zich een kleine speeltuin bevindt en waar een arduinen ping-pong tafel staat. Het correcte Nederlandse woord is een beetje raar, vind ik : tafeltennistafel. Dat is natuurlijk omdat je op een tennistafel tafeltennis speelt. 🙂

Er zijn hier ook enkele petanque-banen aangelegd. In een normale zomer worden hier vaak petanque-toernooien gespeeld. Maar in deze corona-tijden ligt dit pleintje er meestal verlaten bij.

Op deze plaats moesten verder geen vragen of fotopuzzels meer worden opgelost. We keerden terug naar de Petegemstraat. Terwijl achter ons een dikke, grijze wolk kwam opzetten, passeerden we nogmaals café ”’t Tonneke”. Ook de andere kant van de straat was afgesloten voor doorgaand verkeer, maar te voet konden wij erdoor.

De sombere wolk kon ons niet inhalen, noch de pret bederven. Op het kruispunt van de Petegemstraat met de Molenkouterstraat staat het merkwaardig huisje, waarin een piepklein winkeltje met allerlei prullaria is in ondergebracht. Maar die namiddag leek alles in het dorp wel potdicht, zo ook het winkeltje. Het dorp leek wel in lockdown, maar het was gewoon een rustige maandagnamiddag, vlak na afloop van de dorpskermis.

Vanaf hier begon het laatste gedeelte van deze wandelzoektocht, dat ons weer een eindje buiten de dorpskern zou brengen.

(wordt vervolgd)

Een dorp ten voeten uit. (5/8)

Mijn vrouw en ik waren dus de wandelzoektocht aan het doen, die deze zomer in Machelen wordt georganiseerd en we waren intussen op het Leieplein aangekomen. Op de hoek van het Leieplein met de Karperstraat staat een huis waar vroeger “De Karper” was gevestigd, een dorpscafé dat vele jaren lang werd uitgebaat door twee zussen. Deze zussen vormden het onderwerp van één van de quizvragen die bij deze zoektocht hoorden. We moesten de namen van de zussen zien te achterhalen. Ze hebben het ons echt niet gemakkelijk gemaakt, daar in dat dorp aan de Leie.
De Karper heeft inmiddels zijdelings achteraan een moderne aanbouw gekregen (niet te zien op de foto) waarin nu een restaurant is gevestigd.
Wij wandelden verder de Karperstraat in.

Halfweg de Karperstraat staat het “Biechtstoeleke“. Zo wordt het oudste huisje van Machelen genoemd. Het huisje dateert van de 17e eeuw. Ooit woonde er een chirurgijn. Later was het ook een bakkerijtje en een kruidenierswinkeltje. Tussen de winkelruimte en de leefruimte was een muur gebouwd met een kleine opening waardoor men kon zien of er klanten in de winkel stonden. Het luik in de muur deed een beetje denken aan een luik in een biechtstoel, vandaar de naam van het huisje.
In het huisje heeft lange tijd kunstschilder Martin Wallaert gewoond. Maar die is vorige jaar verhuisd naar een andere plek in het dorp. Momenteel woont er iemand die houten muziekinstrumenten maakt.

Een brouwerij uit de buurt brouwt op kleine schaal een ambachtelijk bier met dezelfde naam als het huisje. Een biechtstoeleke schijnt een zeer verfrissend biertje te zijn met een rijke smaak en een licht alcoholgehalte en wordt naar verluid bij de poort naast het huisje sporadisch aangeboden.

Omtrent het biechtstoelke werden geen quizvragen gesteld, dus liepen we hier voorbij. Aan het einde van de Karperstraat, op het kruispunt met de Gildestraat, kom je bij het Roger Raveelmuseum, niet te verwarren met het atelier van de kunstenaar, dat we vroeger op deze wandeling tegenkwamen. Maar voor we naar het museum toe gingen, liepen we eerst nog even verder tot aan het dorpspleintje.

Op het dorpspleintje staat sinds jaar en dag het café/brasserie “De Afspanning”, dat op deze stille namiddag gesloten was.

“De Afspanning” is reeds te zien op heel oude foto’s van het dorp. Zoals op de foto hieronder, die dateert van omstreeks 1900. Op de kerktoren staat nog een kleine, wat afgeknotte spits. In 1914 was men begonnen met het bouwen van een grotere spits op de kerktoren, maar die werd in 1918 alweer kapot geschoten tijdens een Duits bombardement.
In die tijd was de afspanning deels herberg en deel gemeentehuis.

Aan de andere kant van het dorpspleintje, bij het begin van de Petegemstraat, staat het “Tonneke”. Nog zo’n gezellig dorpscafé dat hier al heel lang staat. In de jaren ’50 en ’60 van vorige eeuw werden hier reeds “carambole wedstrijden” gehouden, wat nu nog altijd gebeurt.
Doordat het cafeetje niet zo groot is en ook geen buitenterras heeft, was er een probleem met de huidige corona toestanden. Daarom heeft de burgemeester de Petegemstraat laten afsluiten en kan de herbergier op de straat een terras open stellen en zo wat meer volk ontvangen, terwijl iedereen op virus-veilige afstand van elkaar kan blijven. Te voet kan je nog steeds de straat in, maar voertuigen dienen hier voortaan en tot nader order de pijlen van de wegomlegging te volgen.

We zouden hier later nog eens langskomen, om onze zoektocht verder te zetten. Maar eerst keerden we op onze stappen terug naar het Roger Raveelmuseum, waar schuin tegenover de ingang alweer een “zuil van Raveel” staat.

Het Roger Raveelmuseum maakt eveneens deel uit van het drieluik van de biënnale van de schilderkunst, waar ik het vorige week reeds over had. Daarom wilden wij binnen wel eens een kijkje gaan nemen.

(wordt vervolgd)

Een dorp ten voeten uit. (4/8)

We hadden onze hoop gevestigd op Sint-Cornelius, ervan overtuigd dat hij ons kon helpen bij onze wandelzoektocht in Machelen en met de moeilijke quizvragen die ermee gepaard gingen. Maar het bleek dat we aan de heilige man ook niet veel hadden.
We verlieten dan maar de kerk langs de pittoreske oude trap, achteraan het kerkhof en kwamen zo op het plein aan de Leie terecht, dat heel toepasselijk het Leieplein heet.

De kerk van Machelen is schilderachtig gelegen aan de Leie. Maar aan de waterkant stonden extra terrassen opgesteld om de plaatselijke horeca de kans te geven een centje bij te verdienen in deze moeilijke corona tijden.
Maar de terrassen stonden in de weg om een foto te nemen van de kerk aan het water. Daarom heb ik, ter illustratie, een foto uit mijn archief opgediept. De foto dateert van 2009 en nam ik op een mooie, maar frisse lenteochtend.

Maar die namiddag was het heerlijk wandelweer. Zo’n twintig graden en afwisselend bewolkt en zonnig. Heel wat anders dus dan de tropische temperaturen die we nu meemaken.
We hadden er zin in en we maakten zelfs een ommetje langsheen de andere kant van de kerkhofmuur, waar op een privaat terrein ernaast een molensteen stond.

Deze kant van de muur omheen het kerkhof lijkt minder oud, maar is toch ook al behoorlijk oud. Honderdtwintig jaar geleden schilderde Emile Claus op deze plek “de communicanten“.

We keerden terug naar het Leieplein omdat we daar nog een stukje van de fotopuzzel dachten te vinden. Er staat een huis waarvan de rolluiken bijna altijd naar beneden zijn. Ik denk zelfs dat het niet meer bewoond is. Het is nochtans een mooi huis, maar ik kon er verder geen informatie over vinden.
Ook voor wat de fotopuzzel betreft zaten we hier op een verkeerd spoor.

Op de hoek van het Leieplein met de Karperstraat stond een groot bord dat uitnodigde om deel te nemen aan de zomerzoektocht in het dorp. Da’s waar wij mee bezig waren. Het gedeelte van de zoektocht die voor kinderen is bestemd en waarbij langs het parcours allerlei verstopte stripfiguurtjes moeten worden gezocht, sloegen wij over. Veel te moeilijk voor ons.

(wordt vervolgd)

Een dorp ten voeten uit. (3/8)

Het Roger Raveelpad had ons langs de Leie, doorheen een klein bos, terug gebracht naar het dorpscentrum. Achter de bomen zagen we de kerk links van ons opdoemen. Mijn vrouw en ik hadden er al een gedeelte van de wandelzoektocht, die deze zomer in Machelen-aan-de-Leie wordt georganiseerd, opzitten. Maar er was nog een hele weg te gaan en er moest nog een en ander gepuzzeld worden.

Vlak voor de kerk werden we plots omgeleid langs een erg smal pad omheen de oude kerkhofmuur. We waren genoodzaakt om achter elkaar te blijven. Gelukkig kwamen er geen tegenliggers ons tegemoet.

Naar het einde toe werd het pad wat breder en de muur wat lager en hadden we een mooie kijk op de leibomen die aan de andere kant van de muur staan en op fraaie wijze de strook tussen de muur en de achterzijde van de kerk afzomen.

Zo liepen we in een halve cirkel omheen de kerk tot we uiteindelijk bij de ingang van het oude kerkhof kwamen.

Bij de ingang van het kerkhof staat een lijkenhuisje dat, voor zover ik weet, niet meer als dusdanig wordt gebruikt, maar wellicht dienst doet als opberghokje voor de mensen die de begraafplaats onderhouden.
Maar ik was er toch niet helemaal gerust in. Stel je voor dat dat deurtje plots open ging …

Wandelend op het kerkhof kwamen we bij de hoofdingang van de Sint-Corneliuskerk. Ooit was deze kerk een bedevaartsoord omdat hier de relieken worden bewaard van de heilige Cornelius. De broederschap of gilde van Sint-Cornelius en Ghislenus, die in Machelen reeds in 1423 werd opgericht, waakte over de relieken. Tot in de jaren ’20 van vorige eeuw kwamen pelgrims van heinde en ver naar hier om hulp af te smeken bij de heilige Cornelius tegen stuipen en vallende ziekten.

Hier moest één van de veertien quizvragen worden opgelost die bij de zoektocht horen. Er werd gevraagd wie de laatste onderpastoor was die in deze kerk dienst deed. Daar waar katholieke parochies nu nog amper een pastoor hebben, hadden ze vroeger niet alleen een pastoor, maar ook nog een onderpastoor.
Wij hadden geen idee wie die onderpastoor van Machelen kon zijn geweest of hoe we zijn naam te weten konden komen. Daarom gingen we eens piepen binnen in de kerk.

Sint-Cornelius kon ons niet helpen. Stuipen hadden wij nog niet, al kregen we die bijna na lang vruchteloos zoeken naar de naam van die dekselse onderpastoor. Of we het antwoord uiteindelijk hebben gevonden, zeg ik lekker niet.

(wordt vervolgd)

Een dorp ten voeten uit. (2/8)

Mijn vrouw en ik waren de wandelzoektocht aan het doen die deze zomer in Machelen-aan-de-Leie wordt georganiseerd, waarbij mijn vrouw zich enkel hoefde te ontfermen over het routeplan, de bijhorende quiz-vragen en de fotopuzzel, terwijl ik al de rest deed. 🙂
We waren intussen bij de oude Leiearm aangekomen. Vandaar volgden we het “Roger Raveel wandelpad“, dat aan de overkant van het water terugliep in de richting van de dorpskern.

Het Roger Raveelpad volgt een tijdje de stroom, maar wijkt op een bepaald punt af en duikt een bosje in. Het is niet echt een bosje, maar een klein natuurgebied dat hier langs de oude Leiearm is gelegen en zijn voortbestaan dankt aan Roger Raveel, die destijds op zijn eigen wijze, toen ie in de jaren ’70 met z’n vlot de Leie af voer tot in Astene, de aandacht van de overheid trok op het belang en de waarde van de natuur aan de Leiemeanders. Zonder de inzet van Raveel liepen wij nu waarschijnlijk op een parking achter een rij appartementsblokken. Maar nu doken wij dus het bos in.
Volgens de routebeschrijving moesten we over een houten brugje, wat uiteindelijk slechts een houten loopplank bleek te zijn. Hier stroomt een klein beekje en dat bleek ook een deel van de fotopuzzel te zijn, die aan de zoektocht is gekoppeld. Wat hier moet worden gezocht, daarover kan ik niets zeggen natuurlijk.

Uiteindelijk kwamen op een verhard wandelpad dat ons naar de overzet bracht.

Dit veerpont aan de Leie bestaat uit een vlot dat vast hangt aan een dubbel touw. Door aan het bovenste touw te trekken haal je het vlot naar je toe. Met het onderste touw trek je het vlot en jezelf naar de overkant. Heel vindingrijk dus. Een reddingsboei staat klaar voor het geval je erin slaagt om het vlot halfweg de rivier te doen om kantelen. Aan de Leie is men op alles voorzien.

Wij bleven echter op het droge. Van hieruit zagen we opnieuw de kerktoren staan. Een groot deel van deze zoektocht draait gewoon omheen de kerktoren. Schrik om te verdwalen hoeft men dus niet te hebben.

Het bosje lieten we achter ons en het Raveelpad bracht ons wat verder langs een mooie villa met een prachtige tuin. In deze tuin stond weer iets dat deel uitmaakte van de fotopuzzel. Maar ook daarover kan ik niets verklappen. Snoodaards liggen op de loer.
Vanaf hier wandelen we een volgende keer weer verder.

(wordt vervolgd)