Monumentale bomen. (1/2)

Naar aanleiding van Open Monumentendag, stelt de erfgoedcel Cultuurregio Leie en Schelde dit jaar een aantal monumentale bomen in de Leiestreek in de kijker. Met monumentale bomen worden niet zozeer reusachtige bomen bedoeld, maar wel waardevolle bomen met een geschiedenis.
Al deze bomen moesten worden in kaart gebracht en gefotografeerd. Dat was een hele karwei voor mijn goede vriend en historicus Manu, vaste medewerker bij de erfgoedcel. Daarom heb ik hem als vrijwilliger een bescheiden handje toe gestoken. In de Leiestreek staan tientallen historische bomen, verspreid over diverse gemeenten. De meeste daarvan waren reeds opgenomen in de erfgoedbank.

Die dag gingen we samen kijken naar de vredesboom in Machelen-aan-de-Leie. In 1919 besloot men daar om een vredesboom aan te planten om de Eerste Wereldoorlog te herdenken. De keuze viel toen op een moeraseik.  De boom kreeg een plek op het centrale pleintje in het dorpscentrum, waar ook een oorlogsgedenkteken werd opgericht. 
Iets verderop, vlakbij het voormalig gemeentehuis, staat een prachtige esdoorn, die opvalt op door zijn lange slanke vorm.  Esdoorns kunnen tot 30 meter hoog worden, maar deze heeft nog wel enkele meters te gaan.

We gingen ook naar Hansbeke, deelgemeente van Deinze. Een kasteeldreef aldaar, verbindt het kasteel van Hansbeke met het dorp. Het is een zeldzaam voorbeeld van een geleide lindedreef en bestaat uit 138 zomerlinden die werden aangeplant aan het einde van de 18de eeuw. Dit was niet toevallig, want rond 1790 werd het kasteel van Hansbeke heropgebouwd. Men past hier nog altijd een traditionele snoeitechniek toe zodat men leilinden bekomt.
Ik fotografeerde de 370 meter lange dreef eerst vanop een afstand. (De dreef is de rij lagere bomen vooraan).

Hoewel de dreef privaat terrein is, gingen we ook een kijkje nemen in de dreef. We konden er vaststellen dat de leilinden toch al tijdje niet meer zijn gesnoeid.

Wat verderop, in het dorpscentrum van Hansbeke staat dit herenhuis, ook wel het “Kasteel van juffrouw Deschuijter” genoemd. Het huis, dat dateert van het einde van de 19de eeuw, is momenteel het cultuurhuis van de gemeente.

Ten oosten van het herenhuis ligt een relict van een laat 19de-eeuwse tuin. De volgroeide bomen zijn representatief voor het plantenassortiment uit de tweede helft van de 19de eeuw. Enkele van de bomen in deze tuin, voornamelijk twee oude linden, hadden de aandacht van mijn vriend Manu.
Vandaag doet de tuin dienst als openbaar parkje in het hart van het dorp.

Van Hansbeke reden we zo’n 20 km zuidwaarts, naar het kasteel van Nazareth. De heren van Nazareth hebben eeuwen op dit kasteeldomein gewoond. Het kasteel kreeg in 1771 zijn huidig uitzicht in Lodewijk XVI-stijl. Momenteel resideert de adelijke familie Kervyn de Volkaersbeke nog steeds in dit kasteel.

Wij waren op deze zeer wisselvallige dag, met mooie opklaringen maar ook met fikse onweersbuien, niet naar hier gekomen om naar het kasteel te kijken, maar wel naar enkele opmerkelijke bomen rondom het kasteel.
Daarover vertel ik volgende keer nog wat meer.

Een dorp in wit en blauw.(4/4)

Ik kuierde verder door de stille straatjes rondom de kerk van Hansbeke, op zoek naar nog meer wit en blauw. Joke vertelde in de reacties dat wit en blauw de kleuren waren van de baron die blijkbaar eigenaar was van zowat de helft van het dorp. Hij verplichtte de bewoners om deze kleuren te gebruiken.
Bijna achter ieder hoekje en achter iedere haag ontdekte ik een huis met een blauwe deur of witblauwe vensterluiken.

Vele huisjes zijn nog zeer authentiek en in goede staat. Toen ik terug naar de plaats wandelde waar ik de auto had achtergelaten, passeerde ik langs nog meer hoevetjes en arbeidershuisjes waar wit en blauw voor het nodige cachet zorgden.

Ik heb nog lang niet alle huisjes met wit-blauwe vensterluiken op de foto kunnen zetten.
Maar enkele dagen na deze wandeling, op een veel minder stralende dag, was ik opnieuw in de buurt van Hansbeke en reed ik nog eens tot aan de plek, een eind buiten het dorpscentrum, waar ooit het legendarisch café “De Reisduif” gelegen was.

Café De Reisduif was allesbehalve een “propere” herberg. Het werd sinds 1955 uitgebaat door Leon Van Renterghem, samen met zijn stokoude moeder die steevast naast de “leuvense stoof” zat en zich gewillig liet trakteren op “nen druppel”.
Er werd bier gedronken uit flesjes, want glazen waren er niet. Koffie of thee evenmin. De vloer en de achterkoer lagen bezaaid met flesdopjes. Het dak zat onder de duivenpoep en het toilet was slechts een plank met een gat. Mannen deden hun behoefte gewoon buiten tegen een boom en vrouwen gingen vaak bij de buren aanbellen met het verzoek om daar gebruik te mogen maken van het toilet.
In 1999 maakte zanger Johan verminnen een liedje over het café en dat was de aanzet tot een ware hype. Busladingen toeristen en ganse kolonnes motorrijders vonden de weg naar Hansbeke. Ook heel wat bekende wielrenners hielden tijdens hun trainingstochten al eens halt bij café De Reisduif.

Café De Reisduif was een curiosum. Zelf heb ik het café maar één keer bezocht, het moet zowat 25 jaar geleden zijn. Na de dood van cafébaas Leon in 2009 ging het café dicht.
Thans is het hoevetje waarin café De Reisduif was ondergebracht opgeknapt tot een mooi woonhuis.

Rond de leuvense stoof
onder rood gebakken pannen
is gezelligheid een woord
dat zacht aan je tong blijft plakken.
Niet uit glazen, maar uit flessen
kan je daar je dorst gaan lessen.
Bij Leon en bij zijn ma
Cyriel Buysse achterna…

(Johan Verminnen / fragment uit café De Reisduif)

Een dorp in wit en blauw. (3/4)

De oorspronkelijke Parochiekerk Sint-Petrus-en-Paulus van Hansbeke dateerde van de 12e eeuw, maar werd in 1790 volledig herbouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de kerk echter grotendeels verwoest, waardoor ze, in de jaren twintig van vorige eeuw, voor een tweede keer moest worden heropgebouwd.

Op het kerkplein staat een schandpaal uit vroegere tijden. Ik heb niet kunnen achterhalen voor hoever dit een origineel exemplaar is.
Aan de oostkant is tegenaan de kerk een boogvormig gewelf gebouwd met daarin een grafmonument van de adelijke familie Borluut.

Het voormalig kerkhof is verdwenen en vervangen door een gekasseid plein, afgezoomd met een muur en met prachtige leilinden.

Ik ging binnen in de kerk ook eens een kijkje nemen. Een verrassend mooie kerk met witgekalkte muren en heel veel lichtinval.

Naast en achter de kerk bevind zich een grasperk met daarin nog meer van deze mooie leilinden, netjes in een rij opgesteld. Reeds in de 18e eeuw werden deze leilinden aangepland en zijn nu geklasseerd en beschermd als monument.

Achter de kerk zette ik mijn verkenningstocht door het dorp van Hansbeke verder, op zoek naar nog meer vensterluiken of deuren in wit en blauw.

Erg lang hoefde ik daar niet naar te zoeken.

(wordt vervolgd)

Een dorp in wit en blauw. (2/4)

Ik was op wandel in Hansbeke, een deelgemeente van Nevele. Nadat ik even had binnen gegluurd in de Onze-Lieve-vrouw-van-Lourdes Kapel, stapte ik verder in de richting van het dorpscentrum. Aan het begin van de dorpskom merkte ik aan een zijgevel weer de typische wit-blauwe vensterluiken. Het huis is een gastenverblijf met bed & breakfast, waar een blauw-wit gestreepte deur toegang verschaft.

Aanpalend aan het gastenverblijf staan twee lage boerenarbeidershuisjes uit de 18e eeuw.

Deze arbeidershuisjes behoren tot de meest authentieke huisjes van het dorp en zijn sinds 1981 als monument beschermd.

Wat verder springt, aan de overkant van de straat, dit alleenstaand groot dubbelhuis in het oog, waaraan ook de witblauwe vensterluiken niet ontbreken.

Dit huis was oorspronkelijk een afspanning die reeds wordt vermeld in documenten uit 1648. Circa 1774 werd de afspanning omgebouwd tot “wethuijs” en van 1880 tot 1959 deed het dienst als postkantoor.
Momenteel is er ook in dit huis een restaurant in gevestigd.

Recht tegenover dat huis staat aan de overzijde van de straat de Sint-Petrus-en-Pauluskerk.

(wordt vervolgd)

Een dorp in wit en blauw. (1/4)

Ik keer nog even terug naar de laatste zondag van mei. Op die stralende, zomerse lentedag maakte ik een wandeling door het dorp van Hansbeke.

Hansbeke is een deelgemeente van Nevele en bij uitbreiding van Deinze, gelegen ten noord-westen van Gent, niet zover van het Schipdonkkanaal.
Het dorp is onder meer bekend omdat zanger Johan Verminnen er al ettelijke jaren woont. Maar het dorp heeft nog meer troeven. Zo staan er in het dorp enkele mooie en goed bewaarde kapelletjes, alsook enkele authentieke hoevetjes en arbeidershuisjes. Maar bovenal is het dorp bekend omwille van zijn witblauwe vensterluiken.
Aan de rand van het dorp kwam ik al een eerste kapelletje tegen. De kapel van Sint-Antonius Abt is dit. De deur van de kapel was helaas op slot.

Een beetje verder stond er al één. Een huis met witblauwe vensterluiken. Maar allereerst ging ik een kijkje nemen aan de overzijde van de straat, waar alweer een kapel stond.

Deze fraaie kapel werd gebouwd in 1848 door de kasteelheer van Hansbeke. De kapel is gewijd aan de heilige Philomena. Het fronton en en de deur zijn, zoals het hoort in dit dorp, afgewerkt in wit en blauw. Binnenin de kapel staat een beeld van de heilige Philomena, maar helaas was ook de deur van deze kapel op slot.
Philomena was een wonder- en weldoenster in de 18e eeuw, die reeds op 14-jarige leeftijd als martelares zou zijn gestorven. Al twijfelen historici eraan of het meisje ooit echt heeft bestaan.

Achter de kapel liep ik nog een eindje verder tot aan het “Neerhof van het kasteel”. In de 14e eeuw stond hier op een “motte” het oude kasteel van Hansbeke. Dat kasteel verdween reeds in de 17e eeuw, maar het neerhof dat bij het kasteel hoorde, “Het goed ’t Exaarde” genaamd, bleef staan.
Thans staat er nog een gedeeltelijk omgrachte hoeve uit de 18e eeuw, naar verluidt gebouwd op de grondvesten van het oude kasteel van Hansbeke.
Maar het zat me niet mee die dag. Vanachter het gesloten hek dat toegang verschaft tot het neerhof was er niet zoveel te zien.

Vanaf het veld dat ernaast lag kon ik tussen de bomen enkel de daken van de hoevegebouwen waarnemen.

In de andere richting had ik wel een mooi uitzicht op de akkers en bossen die vroeger bij het kasteeldomein hoorden.

Ik keerde op mijn stappen terug en stak de rijweg over. Aan de overzijde stond dit huis met de voor dit dorp typische witblauwe vensterluiken.

Dit huis was oorspronkelijk een herberg en werd reeds vermeld In 1575 als “herberghe genaempt thoeve ende de brauwerye daerneffens“. Vanaf 1782 werd het officieel het huis van de baljuw en deed het ook dienst als gemeentehuis. Later werd het opnieuw een herberg. Nu is er een restaurant in gevestigd, waar men zich toelegt op de fijne Franse keuken.
Het huis is sinds 1982 beschermd als monument.

Vanaf hier wandelde ik verder in de richting van de dorpskom, maar nog voor ik het centrum bereikte kwam ik op mijn weg alweer een kapel tegen. Dit keer was het de Onze-Lieve-vrouw-van-Lourdes Kapel, gebouwd in 1878 door Gisleen Borluut, een telg van het rijke en ooit machtige Borluut geslacht.

De fraaie witblauwe deur van deze kapel was wél open en ik ging even binnen piepen.

Daarna zette ik mijn wandeltocht verder, op zoek naar nog meer wit en blauw.

(wordt vervolgd)