Valavond aan de Leie.

Het was al over half acht in de vooravond toen ik op tweede paasdag bij de brug over de Oude Leie kwam in Sint-Martens-Leerne. Ik had een wandeling gemaakt om eventjes alle muizenissen in mijn hoofd te verdrijven en te genieten van deze mooie lenteavond.

Beneden aan de brug is een aanlegsteiger voor pleziervaartuigen en een mini-jachthaventje gevestigd. Ik nam er enkele foto’s.

Ik probeerde wel te genieten van de rust aan de Leie en de zon die langzaam achter de horizon wegzakte, maar automatisch gingen mijn gedachten uit naar Vrouwtjelief die enkele kilometers verderop in het ziekenhuis lag af te zien. Wat verlang ik naar de dag dat we weer samen kunnen wandelen aan de Leie.

Siësta aan de Leie.

Vorige week vrijdag maakte ik, terwijl Vrouwtjelief haar middagdutje deed, een wandeling langs de boorden van de Oude Leie om wat zonnevitamientjes op te doen.

Het was er heerlijk rustig en stil. Een zacht lentebriesje deed het water van de Leie nauwelijks rimpelen. Behalve enkele waterhoentjes die als de bliksem het riet inschoten toen ze mij zagen aankomen, was hier geen levende ziel te bespeuren.

Her en der had een loze vissertje zijn tent opgesteld langs de oever. Maar de hengelaars lieten zich niet zien. Ik denk dat ook zij een middagdutje aan het doen waren in hun tent. Dat kon best, want vissen bijten niet op het middaguur omdat zij dan eveneens een dutje aan het doen zijn.

Aan een middagdutje kom ik zelden toe, maar een rustig wandelingetje, tussen alle beslommeringen door, daar kikkert een mens ook van op.

Klik op een afbeelding om te vergroten

#Throwback / 6-1

Een liefelijk oord.

In de maand oktober van het jaar 2016 maakten wij een wandeling langs de mooie, grote vijver in Oostakker, nabij Gent. Deze vijver is ontstaan door zandwinning, op een plaats waar lang geleden ooit een vliegveld lag. De vijver is 2,5 ha. groot en is tot vier meter diep. De oevers zijn dicht begroeid met wilgen. De vijver is een paradijs voor hengelaars en sportvissers.
Het hele natuurgebied maakt deel uit van de vijf groenpolen rond Gent en heeft de welluidende naam “Wonderwoud” gekregen.

Wij maakten er een fikse wandeling, helemaal rondom de vijver. Het was er vredig stil. Een liefelijk oord, waar je alleen de vogeltjes hoorde kwetteren.

Vandaar zetten wij onze wandeling verder naar een ander oord in Oostakker, daar niet zover vandaan. De plaats waar we naartoe gingen stond in schril contrast met de vredige schoonheid aan de vijver. Een kaarsrechte, lange weg tussen de akkers leidde ons ernaar toe.

De naam van de straat was al onheilspellend genoeg…

De weg kwam uiteindelijk uit bij een lelijke, grauwe betonnen muur, die was aangetast door een soort oranje schimmel.

Een akelig ogend informatiebord uit 1944 maakte ons duidelijk dat deze plaats toegankelijk was, maar de prikkeldraad bovenop de muur was niet uitnodigend en liet uitschijnen dat er zich achter deze muur niet zo’n liefelijke plek bevond.

We liepen langsheen de muur tot we bij de ingang van het domein kwamen, dat werd bewaakt door twee vervaarlijk uitziende, stenen leeuwen.

Ooit was dit een munitiedepot van het Belgisch leger, opgericht in 1938, tot het in 1942 in handen kwam van de Duitse bezetter.
Enigszins schoorvoetend gingen we naar binnen.

(wordt vervolgd)

#Throwback / 4

Hevige regenval heeft vorige week voor heel wat ellende gezorgd in ons land, Nederland en Duitsland. Mensen kregen een enorme zondvloed over zich heen. De gevolgen waren hallucinant. In ons land zijn reeds 31 doden geteld en dat getal zal nog oplopen want veel mensen blijven nog vermist. De materiële schade is immens.
Bij ons in de Vlaamse provincies viel er wonderwel geen druppel, maar we hebben erg te doen met al die mensen die door deze rampspoed zijn getroffen. Duizenden vrijwilligers zijn reeds hulp gaan bieden of doen inzamelacties.
Zo erg hebben we het nog nooit gehad. Intussen schijnt overal weer de zon.
Natte zomers, met minder catastrofale gevolgen, kregen we in het verleden wel al meerdere keren te verwerken.

Mercator in de regen

Zo regende het pijpenstelen toen wij op een kille zondag in de zomer van 2012 de stad Rupelmonde binnenreden. Voor de kerk stond Mercator er maar beteuterd bij.

We waren nog nooit eerder in de stad van Gerardus Mercator geweest. Door het miezerige weer bood het stadscentrum een ietwat mistroostige aanblik. De terrasjes lagen er verlaten bij.

Ook de Graventoren aan de Rupel leek helemaal verkleumd. Deze Graventoren is het enige wat er nog overblijft van wat ooit een machtige en onneembare waterburcht was, gebouwd door de graven van Vlaanderen in de 12e eeuw.

Eeuwen lang hadden de Graven van Vlaanderen in dit gravenkasteel een residentie. vanaf 1647 werd het kasteel gebruikt als staatsgevangenis. Heel wat historische figuren werden er gevangen gehouden en zelfs terecht gesteld. Mercator zelf zat hier gedurende zeven maanden opgesloten, op beschuldiging van ketterij.
Later kwam het kasteel in verval en bleef alleen nog deze toren over. Binnenin de toren is nu een klein museum ingericht met ondermeer het Mercator schrijn. Aangezien we buiten alleen maar nat werden, leek het ons een goed idee om de steile trap naar de ingang te bestijgen en in de toren te gaan schuilen.

Binnenin het Mercatorschrijn was een globe van Mercator te bewonderen. Gerard Mercator (°1512 – +1594), cartograaf, instrumentenbouwer en uitvinder van de “atlas” is de beroemste inwoner ooit van Rupelmonde.

We beklommen de smalle trap naar boven waar we een heel mooi uitzicht hadden op Rupelmonde en de Scheldevallei.

Aan de andere kant van de toren keken we uit over de binnenstad.

Intussen was het opgehouden met regenen en kwam er zowaar een streepje blauwe lucht tevoorschijn.

Van de graventoren kuierden we naar de oude watermolen, daar niet zover vandaan. Deze watermolen is een getijdemolen (waarvan het molenrad wordt aangedreven door het tij) en is nog steeds maalvaardig.

Binnen kregen we een korte rondleiding van de molenaar. Wat ie toen allemaal heeft verteld ben ik helaas vergeten. Voor die uitleg zullen we nog eens moeten terugkeren.

Toen we de stad verlieten kwamen er boven het hoofd van Mercator alweer dreigende regenwolken opzetten.

Een nieuwe brug.

De weg van bij me thuis naar het museum is een stukje ingekort nu ze een gloednieuwe brug voor fietsers en voetgangers over de Leie hebben gelegd, ter hoogte van de evenementenhal De Brielpoort (die momenteel dienst doet als vaccinatiecentrum).
De brug is intussen feestelijk geopend met allerlei animatie op en rondom de brug. Jullie konden er alles over lezen op de blog van Fotorantje.
Nu was het er een stuk rustiger. Toen ik de brug naderde waren enkele jongelui aan het “suppen” op de Leie. Da’s rechtstaand peddelen op een surfplank, al gingen sommige jongelui er blijkbaar toch liever bij gaan zitten.

Toen ik bij de brug aankwam was die net omhoog gehaald omdat er een boot afkwam.

Het was dus even wachten tot de boot voorbij de brug was.

Alle andere boten lagen rustig tegen de kant aangemeerd, dus kon de brug weer naar omlaag en wij konden oversteken. Aan de overkant lagen de surfplanken te wachten op nog meer “sup-liefhebbers”.

Maar voor dat soort amusement ben ik veel te oud geworden.
Mijn bestemming was dus het museum, dat vlak naast de Brielpoort ligt. Dankzij de nieuwe fietsbrug ben ik daar in een wip. Tenminste als ik niet al te lang voor een opgehaalde brug moet staan. Hoe dan ook, de brug zal voortaan goed van pas komen.

Want vanaf vandaag hervat ik mijn job als vrijwilliger in het museum. De corona-pauze heeft nu lang genoeg geduurd. Het is hoog tijd dat ik mijn hemdsmouwen oprol en opnieuw aan de slag ga.


Een vergeten stukje.

Toen ik, op dezelfde dag dat ik de bloeiende kerselaars op de foto had gezet, terugkeerde van de kine reed ik nog niet meteen naar huis. In plaats daarvan fietste ik tot aan het eindpunt van de oude, afgedamde Leiearm in Machelen-aan-de-Leie, op de grens met dat andere Leiedorp Gottem. Daar zette ik mijn fiets aan de kant, deed hem op slot en ging tevoet verder.
Meestal volg ik vanaf “Machelen Put” de wandelwegel in de richting van Grammene, maar deze keer kwam ik uit de tegenovergestelde richting. Aan dit stukje van de Oude Leie was ik in jaren niet meer geweest en het heeft, voor zover ik me kan herinneren, nog nooit eerder mijn blog gehaald.
Maar nu dus wel.

Er waaide weliswaar een fris windje, maar de blauwe lucht, de stralende zon en de heerlijke rust die hier heerste, maakten dat weer goed.

©Erfgoedbank Leie & Schelde

Heel lang geleden was hier een veerpont, dat reeds van in de 17e eeuw in handen was van de familie De Smet. Adolf De Smet begon zelfs, halfweg de 19e eeuw, met een heuse scheepswerf voor het vervaardigen van zeil- en jachtboten. De scheepsbouw werd later verder gezet door zijn zoon Cyriel. Na de dood van Cyriel verdween zowel het veerpont als de scheepswerf voorgoed. Nu is er van al die bedrijvigheid geen spoor meer terug te vinden.

Een klein, maar fijn wandelingetje was dit. Nu moest ik nog wel het hele eind terugkeren om mijn fiets te gaan ophalen.