
Het beeld in het Romain De Vidtspark in Sint-Niklaas heeft me geĂŻnspireerd tot het maken van een kleine blogreeks over Reynaert de vos.
“Van den vos Reynaerde” is een satirisch verhaal over dieren met erg menselijke karakters. Het zijn vooral de kleine kantjes van het “mensdom” waarmee in dit verhaal de spot wordt gedreven. Een verhaal dat ons, ook in onze hedendaagse tijd, een spiegel voorhoudt.

Dit is de eerste regel uit “Van den vos Reynaerde”, geschreven in het Middelnederlands. En dat is toch wel een merkwaardige regel. Vrij vertaald in modern Nederlands betekent het : “Willem die Madoc maakte en daar dikwijls van wakker lag”.
In de eerste regel van het verhaal stelt de schrijver zichzelf voor, wat in de middeleeuwen absoluut niet de gewoonte was. Hij zegt van zichzelf dat hij Willem heet en de Madoc maakte. De Madoc was een eerder werk dat Willem schreef. Maar van dat boek is geen letter bewaard gebleven. Hoe dat komt weet men niet, maar mogelijks was de Madoc een verboden boek over occulte zaken. Dergelijke boeken kon men in de middeleeuwen maar beter niet in zijn bezit hebben.
Hoe dan ook, deze Willem moet een zelfbewust persoon zijn geweest die een goede opleiding had genoten. Want hij gebruikte in zijn verhaal over Reynaert, dat gelukkig wel bewaard is gebleven, vaak Latijnse frases. Bovendien is de Reynaert gebaseerd op een oeroud frans verhaal, dat hij op superieure wijze heeft bewerkt. Hij moet dus ook kennis hebben gehad van het frans. Bovendien moet hij goed geweten hebben hoe het middeleeuws rechtssysteem in elkaar stak, want het verhaal over Reynaert gaat in wezen over een rechtsgeding.

De enige plek waar Willem in die tijd zo’n opleiding kon hebben genoten was in een klooster. In het verhaal van Reynaert komen heel wat plaatsnamen van kleine gehuchtjes in het Waasland voor, die toen alleen bekend waren bij de plaatselijke bevolking.
In het gehucht “Klein-Sinaai”, nu een deelgemeente van Stekene, stond vroeger de abdij van Boudelo. Deze werd in het jaar 1578 volledig verwoest door Gentse Calvinisten.
Onderzoekers hebben achterhaald dat halfweg de 13e eeuw een zekere Willem van Boudelo hetzij als lekenbroeder, hetzij als monnik (dat is niet helemaal duidelijk) verbonden was aan deze abdij. De man was tevens klerk in dienst van Margaretha van Constantinopel, gravin van Vlaanderen. Deze Willem zou de Reynaert geschreven hebben op verzoek van de gravin. Mogelijks zijn de avonturen van Reynaert toespelingen op toestanden die zich voordeden binnen de abdijmuren gedurende de periode van 1240 tot 1260.

(bestand UGent)

Maar niets van dat alles is met zekerheid geweten en misschien is ook niets wat het lijkt, want met de streken van Reynaert de vos weet je maar nooit.
(wordt vervolgd)
Geraadpleegde bronnen :
http://www.canonvanvlaanderen.be
http://www.literatuurgeschiedenis.org
www.historiek.net
http://www.literairecanon.be
Wikipedia
Illustraties: publiek domein