Tijdens de tien jaren dat ridder Jan van Dadizele in dienst was bij Karel de Stoute, hertog van Bourgondië, was hij vooral te vinden op één van de slagvelden in Frankrijk, Luik of Dinant. Want Karel de Stoute deed haast niets anders dan oorlog voeren en opstanden neerslaan.
Maar in 1477 sneuvelde Karel de Stoute zelf op het slagveld van Nancy. Zijn dochter, Maria van Bourgondië, moest haar vader noodgedwongen en halsoverkop opvolgen. Ze stelde prompt Jan van Dadizele aan tot souvereinbaljuw van Vlaanderen en kapitein-generaal van het Vlaams leger. De hertogin verzocht hem om in die hoedanigheid namens het Bourgondisch hof te onderhandelen met de opstandige steden.
Tegelijk werd het steeds duidelijker dat Frankrijk van plan was om Vlaanderen binnen te vallen. Jan slaagde erin om duizenden boeren en knechten te mobiliseren en op 7 augustus 1479 de Fransen in het zand te doen bijten.
Na het huwelijk van Maria van Bourgondië met Maximiliaan van Oostenrijk werd Jan van Dadizele kanselier en intieme vertrouweling aan het Bourgondisch hof.

In de basiliek Onze-Lieve-Vrouw van Dadizele leidde een dubbele trap ons naar een verdieping lager gelegen crypte.


Links in de hoek vonden we Jan van Dadizele. Althans het praalgraf van Jan van Dadizele en van zijn vrouw Katheline Breydel.

Op 7 oktober van het jaar 1481 was Jan van Dadizele in Antwerpen, op verzoek van Maximiliaan van Oostenrijk. De hertog had Jan daar uitgenodigd om staatszaken te bespreken. ’s Avonds keerde Jan terug van de bespreking en was op weg naar de herberg waar hij zou overnachten. In een straat in Antwerpen werd hij aangevallen door zes mannen die hem dodelijk verwonden. Toen het bericht van de aanslag Gent bereikte, stuurde Maria van Bourgondië meteen de beste geneesheren en heelmeesters naar Antwerpen om Jan aldaar te verzorgen.
Maar het mocht niet baten. Op 20 oktober bezweek Jan van Dadizele aan zijn verwondingen. Hij werd 49 jaar oud. Het werd nooit nooit duidelijk wie er achter de aanslag zat.


Naast het praalgraf bevindt zich onder glas nog een andere grafsteen. Het is de grafsteen van abdis Gille van Dadizele (1420-1506). Zij was de dochter van Jan van Dadizele.

Maar Jan van Dadizele liet nog meer achter in deze crypte. Veilig achter dik glas liggen in een vitrinekast zijn authentieke harnashandschoenen, zijn zwaard en zijn ruitersporen.

Deze zware, ijzeren handschoenen hebben misschien ooit de hand gedrukt van Maximiliaan van Oostenrijk en Margaretha van Bourgondië.

Jan van Dadizele werd bijgezet in de oorspronkelijke kerk van Dadizele. Toen 450 later de kerk door deze basiliek werd vervangen werd de oorspronkelijke grafsteen waarop hij en zijn vrouw zijn afgebeeld, naar deze crypte overgebracht.
In tegenstelling tot zijn voorgangers en opvolgers, staat deze kanselier aan het Bourgondisch hof op geen enkel schilderij van een vooraanstaand kunstschilder afgebeeld. Behalve het borstbeeldje op het bakstenen sokkeltje uit 2004, dat we daarnet in het “Torenpark” hadden gezien, heeft de man ook nooit een standbeeld gekregen.
Jan van Dadizele, de eens zo belangrijke man voor Vlaanderen, werd hier samen met zijn vrouw in een duister hoekje van deze crypte achtergelaten, een beetje weggedeemsterd in de analen van de geschiedenis.

(Wordt later vervolgd)
Op de verkeerde plaats op de verkeerde tijd geweest denk ik.. zag er vast als een rijk man uit.. zullen gewone dieven geweest kunnen zijn.. maar ja.. dood was ie dus wél.
Uitgebreid verhaal over iemand die verder dus nauwelijks herdacht wordt wat ie wél verdiend had vind ik. Mooi dus, deze aandacht.
Wat hij achter liet…
De Stoute, hij spookte nogal wat uit.
Knap verhaal.
Karel de stoute had z’n naam niet gestolen dus
Wat een interessant verhaal
Zo bijzonder dat die handschoenen bewaard zijn, dat er nooit iemand heel lang geleden dacht van dat ga ik eens opruimen
wel een vreemd verhaal Dirk..
ik heb wel eens een crypte in een kerk bezocht, maar dat is wel een tijd geleden
prettige dag gewenst