Een fietstochtje van niks. (1/2)

Mijn kinesiste raadt mij herhaaldelijk aan om te gaan fietsen of zwemmen. Zwemmen doe ik niet, daarvoor vind ik het water véél te nat. Ik probeer wel iedere dag minstens één fietstochtje te doen. Meestal hou ik het bij korte fietstochtjes van hooguit tien kilometer. Mijn fototoestel laat ik dan doorgaans thuis, want fietsen en tegelijk foto’s nemen is een moeilijk uitvoerbaar plan.
Maar op een mooie nazomerdag in september stak ik toch voor één keer de camera in m’n fietstas. Voor het fietstochtje dat ik in m’n hoofd had moest ik eerst door het centrum van onze stad. Daar al fietsend foto’s nemen zou zelfmoord zijn, maar toen ik bij de brug over de Leie kwam stapte toch ik even af om een kiekje te maken.
Deze brug heet officieel “De Kromme brug”, maar wordt in de volksmond de “bananenbrug” genoemd, omdat ze vanuit de lucht gezien de vorm van een banaan heeft.

Het is even flink doorduwen op de pedalen om de brug al fietsend over te geraken. Gelukkig heb ik een elektrisch motortje dat mij daarbij helpt. Vandaar reed ik naar de “Oude Brugse Poort” in Deinze. Helemaal aan het einde van die straat, net voor een superdruk kruispunt, sloeg ik rechts een klein straatje in, waar je alleen met de fiets in kan. Op het eerste zicht lijkt het een straatje dat aan het einde doodloopt op een maïsveld.

Maar achter de hoek, voorbij een helemaal verroeste bol op een paal, ligt er een smal pad, dat tussen de maïsvelden verder loopt.

Vanaf daar liet ik het drukke stadsverkeer achter mij. Eenmaal de maïsvelden voorbij kwam ik in een natuurgebied terecht. Ik volgde verder het fietspad tot ik uitkwam aan “Zeveren Planke”. Da’s een naam die voor mensen die niet van onze streek zijn wellicht een beetje vreemd in de oren klinkt.
“Zeveren” is een klein dorpje, niet meer dan een gehucht eigenlijk, dat aan de overkant van deze meersen ligt. Het dorp maakt deel uit van de stad Deinze. De naam “Zeveren” heeft niets te maken met het Vlaams dialectwoord voor “onzin vertellen”. De naam van het dorpje vindt zijn oorsprong in de 12e eeuw bij het geslacht “Severne” die in de middeleeuwen de heerlijkheid Severne beheerden.

Het woord “Planke” is dan weer de plaatselijke dialectvorm van “plank”. Hier een beetje verder stroomt de “Zeverenbeek” waarover vroeger een primitief brugje lag dat enkel bestond uit een eenvoudige houten plank. In de volksmond noemt men deze plek van oudsher “Zeveren Planke” en intussen is dat ook de officiële benaming.

Nog niet zo lang geleden heeft men een vlonderpad aangelegd langs waar men te voet of per fiets de uitgestrekte meersen in dit natuurgebied kan oversteken, zonder in de moerassige bodem weg te zinken of de vegetatie te beschadigen.

Je moet over flink wat stuurvaardigheid beschikken om over dit smalle vlonderpad te fietsen. Als je per ongeluk met je wielen naast het pad terecht komt maak je geheid een lelijke tuimeling. Ik stapte daarom wijselijk van m’n fiets en leidde hem aan de hand over het pad. Tegelijk nam ik ook wat foto’s en beantwoordde ik een sms-berichtje dat mijn vrouw had gestuurd. En dan durven ze nog beweren dat een man niet kan multitasken. 🙂

Zo kwam ik bij de Zeverenbeek, waar ooit de bewuste plank lag, maar waar nu toch een steviger brugje ligt.

Maar blijkbaar vind men het brugje nog steeds een “bruggetje van niks”. Althans volgens het bord dat bij het brugje werd geplaatst. Maar dat “bruggetje van niks” slaat dan weer op de houten plank van vroeger. Op de foto uit 1972 staan twee jongetjes die op de houten plank de beek oversteken. De foto is helaas door het zonlicht helemaal weg gedeemsterd. Maar daaronder staat een gedicht. Het is een gedicht van wijlen Martin Carette, die van 2010 tot 2013 de stadsdichter van Deinze was.
Ik vond het geen gedichtje van niks, integendeel. Ik wil het hier graag nog even overschrijven.

Bruggetje van niks

traagheid, alsof men door het water van de dagen waadt,
dat gestage raderwerk van verlaten

en bewaren : gezichten, bijvoorbeeld, en mensen, namen
soms niet meer dan een aanwaaiende klank
een vage glimlach, de krachtige schaterlach van een bos
en wat er verder nog kan worden bewaard
minimale dorpen, hun minimale aders- straatjes, paden
beekjes, waaroverheen een plank
bruggetje van niks, draagvlak van dromen en de graagte
van het hervinden, de thuiskomst, abstractie
van een heilzame traagte.

Martin Carette

(wordt vervolgd)

6 reacties

  1. Heel tof vind ik, op ontdekkingstocht gaan in eigen streek.
    Als je dan nog plekjes ontdekt die je nog niet kent, dan is het helemaal mooi natuurlijk.
    Op dat vlonderpad zou ik ook niet blijven fietsen… dat is om ongelukken vragen denk ik.
    Mooie poëzie woordjes op het einde !

    Beantwoorden

  2. Petje af dat je over de bananenbrug geraakt bent zelfs al was het met een beetje hulp
    Zeveren planke, natuurlijk ken ik het van naam maar ik kom daar nooit daarvoor zou ik zo’n fiets moeten hebben als jij 🙂
    leuk om mee te volgen, t ziet er daar mooi uit

    Beantwoorden

  3. Geweldig pad! al zou Jax daar wellicht anders over denken 😉 .. en ikzélf ook, als ik er fietsers tegen zou komen..!!
    Mooi gedicht.. zeker niet niks. 🙂

    Beantwoorden

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s