Heen en weer met de Bathio. (2/3)

Er is in Bachte-Maria-Leerne altijd al een veerdienst geweest. Tijdens de oorlogen in de zestiende eeuw stonden zelfs soldaten in voor de bewaking van de overzet.
Maar of men toen ook al aan een wiel moest draaien om het pont van de overkant naar zich toe te trekken, weet ik niet. Ik draaide me een lamme arm aan het wiel en een kwartier later lag het pont aan mijn kant aangemeerd. Oef ! So far, so good.
Op het ponton zelf stond ook zo’n wiel, waarmee ik dan het ding en mezelf naar de overkant kon draaien. Ik veegde met m’n zakdoek het zweet van m’n voorhoofd, stapte op het wiebelend veerpont en begon opnieuw te draaien.

Langzaam maar zeker kwam mijn tuig los van de oever. Daar aan die rode reddingsboei had ik vijf minuten eerder nog gestaan.

Toen ik ongeveer in het midden van de rivier was moest ik even op adem komen. Ik liet het wiel los, liet het pont was dobberen en genoot van het uitzicht over het water. Ik deed wat kine-oefeningen door met m’n armen te zwaaien om m’n pijnlijke schouders los te maken. Ik wiebelde ook wat met m’n heupen om de pijn in m’n onderrug te verlichten terwijl ik ondertussen wat ademhalingsoefeningen deed. Het moet een belachelijk zicht zijn geweest, maar er was toch niemand in de buurt.
Na tien minuten kon ik er weer tegen en draaide ik verder aan het wieletje.

Intussen was aan de overkant een meisje komen aangefietst. Gelukkig had ze me daarnet niet bezig gezien, toen ik nog mijn kine-oefeningen aan het doen was. Het meisje moest blijkbaar de andere kant uit. Ze bleef een tijdje aan de oever staan kijken hoe ik m’n laatste meters over het water aflegde. Ik was nauwelijks van het veerpont gestapt of het meisje fietste het pont op, knikte even gedag en begon toen verwoed aan het wiel te draaien. Ik had de indruk dat ze gehaast was.

Aan de overkant bevond ik mij nu op het grondgebied van Bachte-Maria-Leerne. Ik zette mijn wandeling verder. Eerst kwam ik voorbij een hotel. Een bijenhotel, weliswaar.

En dan kwam ik aan het brugje over de Rekkelingebeek. De beek waaraan op 15 juli 1325 een historische veldslag werd uitgevochten tussen de Gentenaren en de Deinzenaren. De Gentenaren wilden toen voor eens en voor altijd afrekenen met die lastige Deinzenaren, maar het pakte anders uit. Ze zijn er daar in Gent nog steeds niet goed van. 🙂

Vanop het brugje zag ik dat de Rekkelingebeek helemaal onder de eendenkroos zat.

Ook aan de andere kant van de brug, waar de beek zich verder door de Leiemeersen kronkelt.

Ik had best nog wel wat zin om verder te wandelen langsheen de Leiemeersen, dus stak ik het brugje over.

(wordt vervolgd)

6 reacties

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s